Private lease en jouw hypotheek
Veel ZZP’ers maken gebruik van private lease bij een auto. Vanaf 1 april 2022 moeten geldverstrekkers bij de hypotheekaanvraag rekening houden met de werkelijke volledige lasten van het private lease contract. Dit is het gevolg van een wijziging bij het BKR dat leasecontracten voor 100% gaat registeren. Vóór 1 april 2022 was dit 65%.
Wat is private lease
Een private lease overeenkomst is een overeenkomst waarbij je voor een langere periode een auto huurt. Vaak voor 12 tot 60 maanden. Na afloop van het leasecontract ben je geen eigenaar. Je betaalt een vast bedrag per maand, afhankelijk van de leaseduur en het aantal kilometers dat je per jaar rijdt. Het maandelijkse bedrag bestaat uit een financieel en een service deel. Het financiële deel bestaat uit de rente en de aflossing. Het service deel bestaat uit de verzekeringspremie, onderhoud en belasting. Brandstof, boetes en het eigen risico bij schade dien je zelf te betalen.
Tot 1 april 2022 werd alleen het financiële deel geregisterd bij het BKR. Dit deel bedraagt 65% van het totale leasebedrag. Dit totale bedrag is samengesteld uit de totale lease duur in maanden * het maandbedrag. Vervolgens brengt de geldverstrekker 2% van dit bedrag in mindering op het bedrag dat je maximaal mag lenen. En dat hakt er best in.
Voorbeeld: de regeling tot 1 april 2022
Ewout sluit op 1 februari 2022 een hypotheek af. Hij heeft een auto met een private lease contract van 48 maanden. Het leasebedrag is €300,- per maand. Het totale leasebedrag is dus €14.400,-. Bij het BKR staat hiervan €9.360 geregistreerd (65%). Hiervan moet de geldverstrekker €187,50 (2%) in mindering brengen op de maximale maandlast. Bij een toetsrente van 2,3% kan Ewout €48.648,- minder lenen vanwege zijn leasecontract.
Invloed van het leasecontract vanaf 1 april
Ewout sluit op 2 april 2022 een hypotheek af. Hij heeft een auto met een private lease contract van 48 maanden. Het leasebedrag is €300,- per maand. Het totale leasebedrag is dus €14.400,-. Bij het BKR staat het volle leasebedrag, dus de 100% geregistreerd. Bij de correctie op de maandlast dient de geldverstrekker enerzijds te kijken naar de werkelijke maandlast en anderzijds te kijken naar de fictieve maandlast van 2% van het volle registratiebedrag. De werkelijke last bedraagt €300,- per maand en de fictieve last bedraagt €288,- (€14.400*2%). De geldverstrekker moet zijn correctie dus doorvoeren met €300,-. Bij een toetsrente van 2,3% kan Ewout €77.762,- minder lenen.
Ten opzicht van de situatie van vóór 1 april 2022 kan Ewout ca. €30.000,- minder lenen.
Bij looptijden van langer dan 4 jaar is impact nog groter. Eveneens wordt de impact nog groter bij een stijgende hypotheekrente. Immers de toetsrente wordt dan hoger en dat beperkt ook weer de maximale hypotheek.
Geldverstrekkers mogen op basis van de wettelijk regels hiervan afwijken mits er een goede onderbouwing wordt aangeleverd. Het is de adviseur die deze onderbouwing zou moeten maken.